Nooit meer

Elk jaar staat 4 mei in het teken dat wij onze Nederlandse oorlogsslachtoffers herdenken. Een herdenking die dit jaar in ‘s-Hertogenbosch in het teken stond van de bevrijding van onze stad 75 jaar geleden uit de handen van de bezetters. Normaal gesproken volg ik de bevrijdingsceremonie, net als vele andere Nederlanders, gewoon op televisie. Maar dit jaar heb ik het respect getoond voor ‘onze’ oorlogsslachtoffers door de herdenkingsceremonie bij te wonen in ‘de Tuin van Vrede en Vrijheid’. Tijdens deze ceremonie sprak stadschroniqueur Eric Alink de tekst ‘In de verte’ uit. De woorden zoals hij ze uit sprak kwamen bij mij wel binnen en heeft behoorlijke indruk gemaakt bij alle aanwezigen. Dat we vandaag de dag nog steeds zelf verantwoordelijk zijn voor de vrijheid zoals we deze 75 jaar geleden hebben gekregen. Onderstaand de tekst zoals uitgesproken door de stadschroniqueur.

In de verte

Kun je verschrikkingen lang van tevoren zien naderen? Ons oog is gebrekkig, leert de geschiedenis. Maar wie zijn zintuigen de kost geeft, kan de voortekenen van onheil zien. Zoeken de dieren in het veld al een plek om te schuilen? Ritselen de bladeren zachtjes een requiem? Zakt de zon vroegtijdig in zee?

In het archief vond ik de Provinciale Noordbrabantse en ’s-Hertogenbossche Courant van 4 mei 1939. Vandaag is het tachtig jaar geleden dat-ie verscheen, in het voorland van de wereldoorlog. De Tweede, want oorlogen zijn dol op rangtelwoorden.

Officieel begon de strijd pas op 1 september 1939, met de bezetting van Polen. Maar het rommelde al tijden in Europa, de buik van de wereld. Er was sprake van wankele machtsverhoudingen, territoriale conflicten, sociale ongelijkheid, armoede en verbittering, uitsluiting van bevolkingsgroepen en de opmars van volkshitsers.

Bartjes

Konden onze stadsgenoten de rampzaligheden voorzien? De krant van 4 mei 1939 telt twaalf pagina’s. ‘Rusland kijkt de kat uit den boom’ meldt de voorpagina over de avances van Duitsland, waar Hitler dan al zes jaar aan de macht is. Een ander bericht is gewijd aan een Japans bombardement op de Chinese stad Foetsjau. Er zijn ruim duizend doden.

De correspondent in Berlijn schrijft over het lokale tekort aan levensmiddelen. Vooral eieren zijn schaars. Voorvoelen die Hühner het breken van Europa? Zijn ze van de leg? De wereldwijde spanningen blijven in Den Bosch niet onopgemerkt, leert de krant.

In het parochiehuis van de Bartjes aan de Graafseweg vindt die vierde mei de opvoering plaats van het toneelstuk ‘Gij zult niet dooden’, een anti- oorlogsdrama voor ‘alle werkloozen der stad’.

Armoede en onbehagen maken ook dorstig. In de Mariënburg komt die avond de drankbestrijdersclub Maria Immaculatia bijeen, die rooms-katholieke onderwijzeressen verenigt. Zij verwelkomen het vijfenvijftigste lid in de ongelijke strijd tegen alcohol.

Echoput

Toch is de wereld die vierde mei niet enkel in mineur. Op het eucharistisch congres in Algiers vieren leiders van het jodendom, het katholicisme en de islam hun eendracht. Ook lokaal is het geloof in saamhorigheid nog niet geweken. Zo meldt de krant dat de piepjonge speeltuinvereniging ‘Westenburgerweg en omgeving’ alle Bosschenaren uitnodigt op haar grote zomerfeest met dancing, oliebollenkraam en luchtschommel. Van de opbrengst zullen de eerste speeltoestellen worden aangeschaft.

Er is meer vrolijkheid. In de Luxor aan de Hooge Steenweg draait op 4 mei de Russische film ‘De heele wereld lacht’ en in het Casino speelt toneelvereniging DVS oftewel Door Vriendschap Samengebracht de Amerikaanse klucht ‘Een partijtje poker.’

Uit de rubriek waterstanden: ’s-Hertogenbosch, 1m37 plus 1. Nog niet aan de lippen.

Al met al is de krant van 4 mei 1939 een echoput van verwarring. Er klinkt dreiging, maar ook geruststelling. Onbehagen en luchtigheid delen dezelfde pagina’s. In die zin lijkt de krant van toen op die van nu.

Wijsvinger

Nog één kleine waarneming. In die krant, voorloper van het Brabants Dagblad, staat onder de titel op de voorpagina een vaste mededeling van de firma Van Lanschot & Verheijen. Elke dag, ook op 4 mei.

Het is het berichtje dat betalende abonnees zijn verzekerd tegen ongelukken. Vijfhonderd gulden bij overlijden, driehonderd bij verlies van een hand, tweehonderdvijftig voor een oog.

Opvallend is de uitkering bij verlies van pink, middel- of ringvinger: vijftien gulden. Maar de wijsvinger blijkt in die meidagen het viervoudige waard. Alsof de verzekeraar de onmisbaarheid ervan begrijpt. Het is de vinger waarmee we waarschuwen of op gevaar wijzen.

Potloodlijn

Niet dat het zou baten. Bijna vijf jaar leefde deze stad onder de knoet van het nazisme. ‘Nooit meer’, klonk het vastberaden na de oorlog. Nooit meer. Slechts twee woorden, maar zo ontstellend groot dat alle inwoners van Den Bosch vrijelijk tussen haar letters kunnen leven. Al vijfenzeventig jaar.

Toch is waakzaamheid geboden. Historici zien groeiende sociale en economische ongelijkheid, verlies van vertrouwen in de traditionele politiek en de opkomst van triomfantelijk nationalisme. Zowel binnen als buiten Europa klinkt de roep om sterke leiders, die democratie en rechtsstaat stukje bij beetje buiten spel zetten.

Overal in Europa nemen antisemitisme en vreemdelingenhaat toe. Het is nog in dunne potloodlijn, maar velen zien gelijkenissen met de jaren dertig en niemand weet waar de gum is.

Eieren

In de krant van 4 mei 1939 verzuchtte de correspondent in Berlijn dat je amper aan eieren kon komen. Tachtig jaar later zijn ze er in overvloed. Ook in Den Bosch.

Sinds carnaval droop het struif al vele malen langs de ramen van een flatje op Boschveld. Een groep onbekenden bekogelt de woning bij herhaling met eieren, tomaten en pakken yoghurt. Al drie maanden lang, steevast in het donker. Het is de woning van Ahmad (37), zijn vrouw Nivin (33) en hun tienjarige zoon Khled. Ze weten niet waarom ze doelwit zijn. Het christelijk gezin uit Damascus is gevlucht voor de oorlog in Syrië. Ze hadden de hoop dat de beschaving in Nederland niet zo eierschalig dun zou zijn.

Belofte

Kun je onheil lang van tevoren zien naderen? Wij kennen de krant van 4 mei 2029 of 2039 niet. Laat staan die van 2099, over tachtig jaar. Het enige dat we weten, is dat we de doden een belofte verschuldigd zijn. De toezegging dat we waakzaam blijven. Want de mannen, vrouwen en kinderen die we vandaag herdenken, zijn voor onze vrijheid gestorven. Voor een wereld waarin de dieren zonder angst in het veld lopen, de bladeren geen requiem maar een liefdeslied ritselen en de zon de zee laat wachten op haar ondergang.

Bron: Brabants Dagblad 04 mei 2019 & Eric Alink