Kamp Westerbork

Het dorp gelegen naast Orvelte is Westerbork. Tijdens dag vier van onze staycation vakantie in Drenthe heb ik het voormalig Kamp Westerbork bezocht. Gedurende de Tweede Wereldoorlog zijn via Kamp Westerbork meer dan honderdduizend mensen uitgezet naar onder andere vernietigingskampen zoals Auschwitz-Birkenau, Sobibor en Begen-Belsen. Op het moment dat je zo dichtbij misschien wel één van de donkerste bladzijden uit de Nederlandse geschiedenis bent, dan ben je, in mijn ogen, verplicht dit te bezoeken. Omdat Elin en Vince nog te jong zijn om hier iets van te begrijpen, heb ik samen met mijn vader dit voormalige doorvoerkamp bezocht. Indrukwekkend om te zien op welke schaal de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog als op alles hadden gezet om, de in hun ogen, minderheden te vernietigen. In het herinneringscentrum was ’n museum ingericht met de oorsprong van kamp Westerbork. Hiervan was een gedeelte gewijd aan Sinti en Roma door de jaren heen. Vanaf het herinneringscentrum werden we per bus naar het kampterrein gebracht. Langs de 2,4 kilometer lange weg richting het voormalige kampterrein, stonden 93 spoorbielzen rechtop in de grond, elk voor één van de transporten die vanaf het kampterrein hebben plaats gevonden. Aan het begin van het kampterrein staat het huis van kampcommandant SS-Ober­sturmführer Gemmeker. Op het kampterrein stonden nog enkele treinwagons, een wachttoren en een barak. Verder een indrukwekkend monument bestaande uit 102.000 stenen, elke steen voor een van de uitgezette personen. Ook het laatste gedeelte van de voormalige spoorlijn met twee omhoog buigende ijzers was indrukwekkend. Al met al een indrukwekkende dag, zeker omdat je weet wat er hier plaatst heeft gevonden gedurende de Tweede Wereldoorlog.

Onderstaand meer over Kamp Westerbork.

Durchgangslager Westerbork

Vanaf 1 juli 1942 was kamp Westerbork als Polizeiliches Judendurchgangslager Westerbork het vertrekpunt van in totaal 93 treinen naar vernietigingskampen als Auschwitz-Birkenau, Sobibor, Theresienstadt en Bergen-Belsen.

Kamp Westerbork moest, in de ogen van de beztters, zoveel mogelijk functioneren als een normaal dorp. Voor de bewoners van het kamp waren er verschillende cursussen die ze konden volgen en er kon zelfs door hun worden gesport. Ook was er de mogelijkheid voor de kampbewoners om te winkelen. Kamp Westerbork had zelfs zijn eigen geld. Met dit eigen geld kon je in het ‘Lagerwarenhaus’ en de ‘Lagerkantine’ terecht. Op Kamp Westerbork was een wisselkantoor aanwezig waar het laatste ‘gewone’ geld voor de biljetten van kamp Westerbork ingewisseld kon worden. In de registratiebarak werden op dinsdagavonden revuevoorstellingen en concerten gegeven en toneelstukken opgevoerd.

Kinderen

Kinderen in Kamp Westerbork moesten, net als thuis, gewoon naar school. Voor de kinderen van 1 tot 6 jaar liepen crèche en kleuterschool in elkaar over. Voor oudere kinderen gold er een leerplicht tot 15 jaar. Zo leidden de jongste kampbewoners overdag een leven dat zo normaal mogelijk leek. Echter konden docenten iedere week worden weggevoerd, hierdoor was het onderwijs afhankelijk van de binnenkomende en uitgaande transporten.

Ziekenzorg

Kamp Westerbork had een eigen ziekenzorg, iets wat erg bijzonder was voor een nazi-kamp. Veel Joden waren chirurg, arts of tandarts geworden en dat kwam natuurlijk goed uit. Een baantje in de verpleging was zó gewild dat met gemak het beste personeel uitgezocht kon worden. Op een gegeven moment beschikte het ziekenhuis over 1725 bedden, 120 artsen en 1000 personeelsleden.

Gemmeker

SS-Ober­sturmführer Albert Konrad Gemmeker had sinds oktober 1942 de leiding over Kamp Westerbork. Zijn voorgangers voldeden niet aan de eisen die de nazi’s aan het functioneren van Kamp Westerbork hadden gesteld. De voorgangers van Gemmeker wilden de Joden zo snel en geruisloos mogelijk deporteren. Dit riep teveel weerstand en onrust in het kamp op. Gemmeker bleek beter bedreven in het vlekkeloos laten uitvoeren van de plannen en kwam naar voren als een keurige heer, die de Joden ‘correct’ behandelde. Zijn voornaamste zorg was het voldoen aan het wekelijks te leveren aantal Joden.

Transporten

Vanuit Kamp Westerbork vertrokken 93 treinen richting de kampen in Oost-Europa. Op 15 en 16 juli 1942 werden de eerste gevangenen naar vernietingingskamp Auschwitz-Birkenau gedeporteerd: 2030 Joden, onder wie een aantal weeskinderen. In de eerste maanden vertrok de trein twee keer per week. Maar in 1943 werd de dinsdag de dag van het transport. Per barak werd bekend gemaakt wie gedeporteerd zou worden. Als je je naam hoorde, wist je wat je te doen stond. Je moest je spullen pakken in dezelfde koffer, rugzak of plunjezak waarmee je ook naar Kamp Westerbork was gekomen en in de aangewezen treinwagon stappen. Op 13 september 1944 vertrok de laatste trein met 279 personen naar Bergen-Belsen, waaronder 77 kinderen die op hun onderduikadressen gepakt waren.

Bevrijding

Op 12 april 1945 bevrijdde het Canadese leger 876 Joodse gevangenen in Kamp Westerbork. Op de kreet De Tommy’s zijn er, stoof iedereen naar buiten om de bevrijders in te halen. Velen sprongen bovenop de tanks en reden als overwinnaars over ‘de Boulevard des Misères’, zoals de hoofdweg in Kamp Westerbork werd genoemd. De officiële bevrijding van Nederland op 5 mei werd door de kampbewoners gevierd in de villa van Gemmeker. Voorlopig moesten de 876 Joden nog in het kamp blijven, dit omdat een groot gedeelte van Nederland nog niet bevrijd was. In Noord Nederland werd namelijk nog gevochten. Bovendien was de kans op besmettelijke ziekten groot. Eerst moesten alle kampbewoners medisch onderzocht worden. En, safety first, de Canadezen wilden absolute zekerheid dat er geen verraders vrij rondliepen bij de kampbewoners.

In de periode tussen 1942 en 1945 werden vanuit Nederland 107.000 Joden, grotendeels via Kamp Westerbork, naar het Oosten weggevoerd. Naast de Joden werden 245 Sinti en Roma en enkele tientallen verzetsstrijders weggevoerd. In totaal keerden slechts 5.000 mensen terug uit de vernietigingskampen.